Daar staat ze, een klein blond meisje.. Een roze tuinbroek aan en een roze strik in haar haar.. Mooie blauwe ogen heeft ze, maar toch er is iets met die ogen.. Ze kijken niet zoals de ogen, van een klein blond meisje met een roze tuinbroek aan, zouden moeten kijken.. Ze kijken een beetje angstig, alsof iedereen en de hele wereld haar vijand is..
Daar staat ze, dit blonde meisje, twintig jaar later.. Alles lijkt veranderd, maar toch haar blik heeft nog iets bekends. Haar ogen, haar ogen hebben nog steeds die blik.. Inmiddels weet ze dat niet iedereen en de hele wereld haar vijand is.. Ze weet het.. Maar daar staat ze.. Door haar hooft malen gedachten: “wat zal zij van haar vinden of hij.. En die twee mensen daar, ze lachen, lachen ze om haar??
Die ogen, die mooie blauwe ogen, ze kijken zo angstig.. Alsof vertrouwen niet bestaat.. Vertrouwen dat de wereld niet zo slecht is, vertrouwen dat mensen eerlijk zijn, vertrouwen dat jij me wel aardig vind, vertrouwen dat jij misschien nog wel iets positiefs over me denkt, vertrouwen in mij, vertrouwen in mezelf..
Maar toch, die ogen die haar vanuit de spiegel aankijken missen elk beetje vertrouwen.. Vertrouwen dat ze iets goed kan doen, vertrouwen dat ze niet bang hoeft te zijn voor dingen die ze niet kent, vertrouwen dat ze dit zelf mag uitzoeken zonder dat jij of hij een oordeel velt.. En misschien een heel klein beetje vertrouwen dat jij haar bij de hand neemt en haar meeneemt op dit immens grote avontuur..